GEESTEREN – De 47ste editie van het CSI Twente zit erop en op de accommodatie van het Equestrian Park Erve Maathuis is de afbouw van de tijdelijke voorzieningen in volle gang. Een dag na het evenement kijkt directeur Rob Maathuis tevreden terug op de hippische vijfdaagse.
“Het was een geslaagd en gevarieerd concours met topspringen en -dressuur. De Grote Prijs was spannend, de entourage was mooi en het showprogramma stijlvol met zaterdag de demonstratie van de slipjacht en het ouder en kind-springen en zondag het optreden van Samantha Vreeswijk. Dat waren leuke aanvullingen op de wedstrijdsport en ik heb de indruk dat ook het publiek dat waardeerde. Er heerste een positieve stemming en de belangstelling was goed. Daar kunnen we mee verder. Dat we bij het springen weer een CSI4* zijn, geeft toch een extra dimensie, omdat je vooral uit het buitenland meer en betere deelnemers hebt. Dat bleek ook wel uit de uitslagen van de internationale rubrieken, die niet voor niets bijna allemaal door buitenlanders zijn gewonnen.“
Laten genieten
Dat we het CSI1* op ons hoofdterrein hebben gehouden, is denk ik eveneens een goede zet geweest. Daardoor kregen veel regionale ruiters de kans op de graspiste te rijden. De bodem daarvan kan dat ook aan, dus waarom zou je ze daarvan niet laten genieten?”
Maathuis vervolgt: “Het is een uitdaging die we ze graag geven. Wil je dat ook in de toekomst haalbaar houden, dan moeten ze toch geprikkeld worden om deel te nemen aan de internationale rubrieken. Dat is een soort investering voor ruiters en hun paarden, die van het rijden in zo’n grote arena veel kunnen leren. Als het dan goed gaat op het uitgestrekte terrein, maakt dat een paard alleen maar meer waard.”