GEESTEREN – Met twee leden van het gouden Nederlandse WK-team, het aanstormende talent Bertram Allen, zes oud-winnaars en de top drie van de vorige editie ook dit jaar in het deelnemersveld, blikt de organisatie van de klassieker CSI Twente in Geesteren optimistisch vooruit naar de 41ste uitgave van het evenement. “In een periode dat de hippische kalender oververhit is geraakt, mogen we daar best blij mee zijn”, vindt voorzitter Gerard Maathuis.
In het tijdvak tussen het reguliere topconcours in Aken (eind mei) en de strijd om het Europees kampioenschap (11 tot en met 23 augustus) in de Duitse grensplaats stapelen de topconcoursen zich elke week hoog op. En dat betekent automatisch dat organisatoren hevig trekken aan de toppers en ruiters letterlijk en figuurlijk op meer paarden tegelijk wedden.
Realistisch zijn
Het CSI Twente heeft al eerder aangekondigd niet te willen en kunnen meedoen in de wedren van concoursen waar enorm veel prijzengeld te verdienen valt. “We moeten realistisch zijn”, vindt Maathuis, “anders overkomt ons hetzelfde als veel wedstrijden - zowel met een lange traditie als eendagsvliegen - die ondertussen gewoon van het toneel zijn verdwenen.”
Voldoende kwaliteit
Ondanks de stevige concurrentie van buitenlandse evenementen blijft er voldoende ruitermateriaal van kwaliteit over om de 41ste editie met mooie verwachtingen tegemoet te zien. Op het traditierijke Erve Maathuis zijn van dinsdag 23 tot en met 28 juni Jur Vrieling en Gerco Schröder samen met de Ier Bertram Allen de grote trekkers in een veld met vijf deelnemers uit de top dertig van de wereldranglijst en een vloot ruiters die tot de beste honderd van de mondiale ranking behoren.
De twee Nederlanders veroverden in 2014 wereldgoud in het Franse Caen en triomfeerden samen met hun teamgenoten Maikel van der Vleuten en Jeroen Dubbeldam ook in de finale van de landencompetitie om de Furusiyya Nations Cup.
Met Jur Vrieling (2014) en Gerco Schröder (2007) zijn meteen twee van de zes vroegere winnaars van het CSI genoemd. Ook de Italiaan Gianni Govoni (2003), de Duitser Lars Nieberg, landgenoot Jurgen Stenfert (2005) en Australiër James Paterson-Robinson (2010) zijn weer van de partij.
Eerste tiener sinds vele jaren
Bertram Allen is de eerste tiener sinds tientallen jaren die de top tien van de wereldranglijst is binnengedrongen. Na de maand mei staat het negentienjarige toptalent daarop zelfs vijfde. Allen was met de elfjarige schimmelmerrie Molly Malone de jongste ruiter bij het laatste WK waar hij individueel knap zevende werd en bezette eerder dit jaar met hetzelfde paard de derde plek tijdens de Wereldbekerfinale in Las Vegas. De jonge Ier wordt vergezeld door onder anderen zijn landgenoten Denis Lynch en Cameron Hanley.
Ruiter en standhouder
De top drie van vorig jaar gaat opnieuw van start op het Erve Maathuis. Behalve Jur Vrieling zijn dat regionaal favoriet Gerben Morsink en de Zweed Alexander Zetterman. Morsink treedt tijdens CSI Twente behalve als ruiter ook op als standhouder. Hij presenteert er het door hem ontwikkelde digitale stalmanagementsysteem Equinem presenteert.
Regionale troeven zijn, behalve Gerco Schröder en Gerben Morsink, prijsrijder Gert-Jan Bruggink, Ben Schröder, Frank Schuttert en Robert Vos.
In vergelijking met vorig jaar is wel een wijziging doorgevoerd in het maximale aantal combinaties dat in de Gold League (3 sterren) van start mag gaan. Dat liep in 2014 in de kwalificatierubrieken op tot bijna honderd. Nu zullen dat er niet meer dan circa 75 zijn.
Daar staat de introductie tegenover van extra rubrieken op één sterniveau, waarvoor overweldigende belangstelling bestaat.
Het aantal internationale rubrieken is daarmee uitgebreid van 24 tot dertig. Er wordt nu ook de hele donderdag al internationaal gereden. De strijd om de Grote Prijs met zestig deelnemers is als gewoonlijk op de afsluitende zondag het sportieve sluitstuk van het CSI Twente.