GEESTEREN – Rob Jansen (foto) is ook de komende drie jaren parcoursbouwer van het CSI Twente. Jansen, al vijf jaar verantwoordelijk voor het ontwerp van de belangrijkste hindernistrajecten tijdens het evenement op het Erve Maathuis in Geesteren, kwam vrijdag met de organisatie overeen zijn contract voor de duur van die periode te verlengen.
“We voelen het niet als een verplichting om na vijf jaar een andere parcoursbouwer te nemen”, verklaart voorzitter Gerard Maathuis van het CSI Twente. “In het verleden hebben ook Sieto Mellema en Marinus Vos het langer gedaan. Het belangrijkste is dat de parcoursen van Rob Jansen in het algemeen uitstekend gewaardeerd worden en dat hij goed ligt in de totale begeleidingsgroep. Daarom knopen we er voorlopig nog drie jaar aan vast.”
Nog altijd een goed gevoel
Kampenaar Rob Jansen heeft nog altijd een goed gevoel bij het CSI Twente. “Een parcoursbouwer moet altijd minimaal drie jaar aan een evenement verbonden zijn”, vind ik. “Anders heb je in dat opzicht geen organisatie. Zelf ben ik er eigenlijk voorstander van na vijf of zes jaar plaats te maken voor een ander, dat was ook hier mijn idee. Maar vorig jaar vroeg Gerard al of ik niet door wilde gaan en nu weer. Het is gewoon een mooi concours, outdoor absoluut een van de beste van Nederland. En ik heb enorm veel respect voor de manier waarop het bestuur van het CSI Twente dit concours in stand houdt, hoewel dat in deze tijd absoluut niet gemakkelijk is en ondanks de kritiek die er wel eens is. Er zijn best dingen die niet altijd goed gaan, maar het blijft een enorme prestatie om dit voort te zetten, je moet het maar durven. Met het huidige format, waarbij er minder deelnemers op het hoofdterrein rijden, ben ik als parcoursbouwer erg tevreden. En het mooie van dit terrein is dat je weinig beperkingen hebt voor de sport en de lay-out. De hele infrastructuur hier is in ons land met geen concours vergelijkbaar.”
Trouw aan filosofie
Aan zijn filosofie als parcoursbouwer hoopt Rob Jansen ook de komende drie jaren op het Erve Maathuis trouw te blijven. “Er is een tendens om te werken met steeds kortere toegestane tijden in het basisparcours. Er moet in tempo gereden worden. Dat vind ik gewoon niet mooi. Het liefst heb ik dat een atletisch paard, dat kan verlengen en verkorten, met de beste ruiter wint. En niet dat het op basistempo beslist wordt. We zitten in een wereld waar steeds vaker goede paarden worden gekocht door ook mindere ruiters. Als een wedstrijd op tijd wordt beslist, hebben die mensen een voordeel. Dat probeer ik eruit te halen. Dat lukt niet altijd, maar is wel het streven.”