GEESTEREN - Negentien is hij nog maar en zo jong al staat hij te boek als een van de absolute wereldtoppers die de springsport rijk is. De Ier Bertram Allen verovert stormenderhand de mondiale ranglijsten. Dit weekend is hij de absolute topper van het deelnemersveld bij het CSI Twente in Geesteren. Op papier de te kloppen man, zeker nu hij besloot zijn machtige elfjarige schimmelmerrie Molly Mallone (v. Kannan x Cavalier) te zadelen voor de hoofdrubriek om de Grote Prijs van Twente.
De schriele Ier ondergaat ogenschijnlijk nuchter de belangstelling voor zijn persoontje, sinds hij zich na twee zeges voor de Wereldbeker en een knappe derde plaats in de finale van het indoorcircuit van dit jaar in Las Vegas als eerste tiener sinds enkele decennia mondiaal in de top vijf meldde. “Ik probeer het te negeren”, zegt hij ontspannen.
Bliksembezoek aan Dublin
De jongeling bracht vrijdag tussendoor nog even een bliksembezoek aan Dublin, waar de finale van het circuit ‘Jumping in the City’ op de agenda stond. Een evenement in een stadion waar normaliter windhondenrennen worden gehouden en dat gewonnen werd door Dermott Lennon met Loughview Lou Lou. Inderdaad, de oud-wereldkampioen die met hetzelfde paard in 2013 de sterkste was in Geesteren.
Bertram Allen koos bewust voor de meerdaagse op de historische gronden van het Erve Maathuis. “Enkele weken geleden dacht ik nog naar Monaco te gaan, maar onder anderen mijn landgenoot Alex Duffy vertelde dat dit een mooi concours is waar ik echt een keer naar toe moest gaan. Toen ik hoorde dat ik hier zes paarden kon starten, heb ik mijn plannen aangepast. Als ik bij een evenement ben, heb ik graag wat te doen. Dan wil ik rijden. En bij de meeste vijf sterrenwedstrijden kan dat niet. Dan mag je maar twee keer per dag de ring in en zou ik me eerder vervelen. Het bevalt me hier prima, ook al omdat het er hier allemaal lekker relaxed aan toe gaat.”
Langer dan de bedoeling was
Zestien was hij nog maar toen hij vanuit Ierland de oversteek naar het vaste land van Europa maakte. “Het was de bedoeling dat ik een paar maanden in Duitsland zou gaan trainen. Mijn vader deed er wat zaken en via vrienden kon ik een kamer huren in Hünxe. Het beviel me zo goed dat ik er tot nu toe ben gebleven.”
Bertram Allen heeft in de Duitse wereldtopper Marcus Ehning een coach die het klappen van de zweep op zijn duimpje kent. “Hij heeft me vooral geleerd hoe je paarden moet managen”, complimenteert Allen zijn trainer. “Met Marcus kan ik geweldig over het vak praten, ik hoef hem maar te bellen en we weten meteen waar we het over hebben.”
Geen grote geheimen
Voor het overige heeft hij geen grote geheimen voor zijn succes, verklapt hij. “Of het zou de wijze raad van John Whitaker moeten zijn. Die zei ooit dat je gewoon de goede dingen moet kopiëren van ruiters die winnen. Net als Marcus zijn John en Michael Whitaker ruiters van wie je een hoop kunt leren.” Ook spiegelt hij zich graag aan regerend wereldkampioen Jeroen Dubbeldam. “Een genie als het gaat om de manier waarop hij zich op een grote wedstrijd voorbereidt.”
Met het oog op de Europese kampioenschappen in augustus in Aken springt de nummer zeven van het WK van 2014 in Caen voorzichtig om met zijn topper Molly Mallone. “Maar de omstandigheden zijn hier super”, weet hij al uit ondervinding. “Molly hebben we gekocht toen ze vijf was en ik zelf nog bij de pony’s reed. Haar instelling en haar vechtlust maken haar tot het geweldige paard dat ze is. Je vroeg net wat het geheim van mijn succes is. Voor over ik daar al iets van kan zeggen, is het vooral een kwestie van geluk dat ik op het juiste moment de goede paarden onder m’n kont heb gekregen.”