GEESTEREN - Drie ruiters die bij de laatste Olympische Spelen in de top vijf van het individuele klassement eindigden, zijn van donderdag 4 tot en met zondag 7 juli van de partij tijdens de 39ste editie van paardensportklassieker CSI Twente. De organisatie is, ook al vanwege de concurrentie van liefst zeven andere internationale concoursen in hetzelfde weekend, blij met de komst van Gerco Schröder (2), Cian O’Connor (3) en Alberto Michan (5).
Dat drietal wordt op het Erve Maathuis aangevuld door een mooie mengeling van ruiters die in het verleden hun sporen al ruimschoots hebben verdiend en vertegenwoordigers van de nieuwe lichting talenten van wie er steeds meer doorbreken. Als het om ervaring gaat, staan de namen op de lijst van onder anderen vijf oud-winnaars van de strijd om de Grote Prijs van Twente. Behalve Gerco Schroder (2007), vrijdag nog fenomenaal in de landenwedstrijd in Aken, zijn dat de Duitser Ralf Runge (1984), de Britten Robert Smith (1999) en John Whitaker (2011) en Eric van der Vleuten (2009).
Andere bekende buitenlandse routiniers zijn de eerste Franse winnaar van de Worldcup Bruno Broucqsault en de Ierse wereldkampioen van 2002 Dermott Lennon en de Olympisch kampioen 1996 Ullrich Kirchhoff, die tegenwoordig voor Oekraïne uitkomt. Uit Zweden komt Angelica Augustsson, die dit jaar al vier keer een Grote Prijs op haar naam schreef, waaronder die in het Duitse Pforzheim.
Nederland komt traditiegetrouw met een groot en kwalitatief sterk contingent ruiters aan de start met behalve Gerco Schröder en Eric van der Vleuten onder anderen Olympisch kampioen 2000 Jeroen Dubbeldam, nationaal kampioen Gert-Jan Bruggink (foto), de broers Leopold en Mathijs van Asten, Henk van de Pol, Leon Thijssen, Jur Vrieling, Vincent Voorn en Albert Zoer. Uit de ruime regio rond Geesteren krijgen ze gezelschap van aanstormende talenten als Stéphanie Brugman,Willem Greve, Wesley Heijdens, Anne-Liza Makkinga, Dominique Roelofsen, Ben Schröder, Frank en Hendrik Jan Schuttert en Harrie Wiering.
Het CSI Twente, waar zowel op vrijdag, zaterdag als zondag om een fraaie Mercedes wordt gereden, biedt verder volop de ruimte aan talentontwikkeling. Voor het CSI2 is het aantal aanmeldingen overweldigend en ook de rubrieken voor landelijke ruiters, die op vrijdag het hoofdterrein als domein hebben voor de finales, puilen uit. Bij de pony's staat voor het eerst de Strijd der Provinciën op het programma, waarbij de verschillende provincies met een team uitkomen in een ‘landenwedstrijd’.
Dat allemaal op een behoorlijk vernieuwde en verbeterde accommodatie, waar onder meer drie wedstrijdpistes klaarliggen en de inrijpiste weer in de vertrouwde ‘oude’ buitenbak is gesitueerd. Voorzitter Gerard Maathuis: “Met drie volwaardige terreinen, waarvan twee eb en vloedbodems en de derde traditioneel op een zeer goed geprepareerde grasmat die het ook bij zware regen nooit opgeeft, zijn we uniek in Europa. Geen enkel ander internationaal concours op het continent heeft dat ook. Wat we met ons evenement beogen, hebben we nagenoeg in zicht. We kunnen vol gas geven op drie volwassen pistes. We hebben vooral aandacht besteed aan het scheppen van goede voorwaarden voor handelsstallen en fokkers. Die willen we optimaal faciliteren. Ruiters mogen daarom in totaal voor de Golden en de Silver League maximaal vijf paarden meenemen die allemaal drie keer internationaal mogen starten, de Grote Prijs buiten beschouwing gelaten.”
Ook voor het publiek zijn de voorzieningen verbeterd. De organisatie is teruggekeerd naar de situatie met tribunes rondom de gehele wedstrijdarena, waarbij nu alle zitplaatsen genummerd zijn. Bovendien zijn ook de staanplaatsen nu overdekt.
Dat alles wordt paradoxaal genoeg allemaal gerealiseerd met een gelijktijdige bezuiniging van circa 80.000 euro. Gerard Maathuis: “Dat is ons gelukt zonder dat de bezoekers het zien. Door her en der slim geld te besparen, hebben we de voorzieningen zelfs nog aanzienlijk kunnen verbeteren. We hebben verder nog de prijzen voor onze toegangskaarten fors verlaagd. We merken dat de publieke belangstelling daardoor toeneemt. Mensen willen mensen zien.”