ZELHEM – Mark Weusthof en Herman ter Harmsel hebben vanaf zaterdag tot en met maandag beiden hetzelfde doel voor ogen. Als ze een plaatsje kunnen veroveren op het podium tijdens het nationaal kampioenschap voor de vierspanrijders, is voor hen het evenement in Zelhem geslaagd. De twee Twentenaren zijn de belangrijkste en misschien wel de enige twee kandidaten om het de gevestigde topdrie van de laatste tijd – IJsbrand Chardon, Koos de Ronde en Theo Timmerman – lastig te maken.
Ook onlangs in Uden moesten de twee het trio voorrang verlenen, al bleven de verschillen uiterst klein. Weusthof eindigde er na onder meer een tweede plaats in de marathon als vierde, Ter Harmsel als vijfde. De lange Rossummer weet wat het is zelf bij de beste drie menners van het land te horen en wil die status maar wat graag terug. “Als ik op het podium kom van het NK, doen we het super. Worden we vierde, dan doen we het goed. Een vijfde plaats is wat minder goed en een zesde of lager gewoon slecht. Iets anders kan ik er niet van maken. Na Uden heb ik een goed gevoel. En Zelhem vind ik altijd een speciale wedstrijd. Een topevenement met veel publiek. Dat stimuleert. Die drie doen het inderdaad erg goed, maar Zelhem is toch een marathon waar iedereen een foutje kan maken, ik moet er alleen voor zorgen dat ik het zelf niet doe. Ik ben benieuwd en kijk er erg naar uit. Ook al omdat het de enige selectiewedstrijd voor Aken is, waar ik graag weer eens naar toe wil. Het enige wat dit weekeinde telt is dat NK. Wat die buitenlanders allemaal doen, interesseert me dit keer niet zo.”
Ook Herman ter Harmsel heeft reden om optimistisch richting nationale titelstrijd te blikken. De Rijssenaar heeft de afgelopen maanden hard gewerkt aan een nieuw span. Hij brengt met Zimon en Zeron twee jonge paarden uit, beide nog maar zes jaar, die op alle drie onderdelen in actie komen. Ter Harmsel: “Het lijkt allemaal heel goed. Ze doen het allebei prima tot nu toe en op de training de laatste tijd gaat het zelfs nog beter dan in de wedstrijden daarvoor. De marathon gaat zelfs helemaal boven verwachting. In het verleden moest ik daarop nogal wat terrein prijsgeven, maar dit seizoen tot nu toe nauwelijks. We staan met vijf man heel dicht bij elkaar. Die mooie uitgangspositie heb ik eigenlijk nooit eerder gehad. Maar iedereen wil op het podium en daar kunnen er aan het eind maar drie staan. Het mooie is wel dat door de kleine onderlinge verschillen iedereen elkaar heel scherp houdt. En daar word je alleen maar beter van.”
Foto Mark Weusthof van Han de Haas