Een concours houden is onmogelijk als niet tal van vrijwilligers bereid zijn er tijd en energie in te steken. Linda Idzes is er een goed voorbeeld van. Samen met Joreen Kamphuis op Heghuis assisteert ze Pia Blaauwgeers-Brinkman om de bixie goed te laten verlopen.
Thuis bij Linda Idzes verraadt een grote foto aan een wand bij de eethoek de voorliefde voor de paardensport. Het complete gezin is erop vereeuwigd: vader Brunald Schorren, moeder Linda en hun zoontjes Laurian (6) en Flores (3). Ze worden vergezeld door springpaard Marble, de shetlander Snoesje en de A-pony Popplio, vernoemd naar een figuurtje uit Pokémon. De hond Mila completeert het gezelschap.
Brunald werkte in het verleden bij diverse handelsstallen, maakte paarden zadelmak en was actief als springruiter. Tegenwoordig draagt hij bij met klusjes voor het concours. Linda: “Ook zelf heb ik gesprongen, op de niveaus B en L. Nu rijd ik hobbymatig vooral dressuur met Marble, begeleid door Ellen Visschedijk. Dat doe ik bewust met een springpaard, omdat die wat koeler zijn in het hoofd.”
Bij één vereniging
Linda Idzes woont nu zevenenhalf jaar in Albergen. Ze is afkomstig uit Losser, waar ze jarenlang bestuurslid was van de Martiniruiters. “Ik ben het rustiger aan gaan doen toen de kinderen kwamen. Omdat we als gezin bij één vereniging wilden zitten, zijn we twee jaar geleden lid geworden van Het Twentse Ros.”
Laurian (links op de foto hiernaast) was bijna vier, toen hij met bixie begon. Hij rijdt nu op Popplio. Om de week heeft hij thuis ook nog extra privéles van Marieke Leus. Flores ging vaak mee als hij les had van Pia Blaauwgeers, maar was meestal nogal luidruchtig. “Op een gegeven moment vroeg Pia aan me of ik alsjeblieft ook Snoesje wilde meenemen, zodat ook Flores het naar zijn zin had. Laurian rijdt nu een maand of vier los, zonder begeleiding. Daarvoor rende ik altijd zelf met hem mee. Hij wordt nu ook fanatieker. Na de zomer krijgt hij een grotere pony. Flores doet nu nog een beetje voor spek en bonen mee, maar als hij doorzet kan hij straks verder op Popplio.”