RIJSSEN – Herman ter Harmsel en Lambertus Huckriede zorgden dinsdagavond samen met meervoudig wereldkampioen bij de vierspannen en menjurylid Tjeerd Velstra voor een boeiende en meer dan geslaagde clinic. Centraal tijdens de bijeenkomst stond het trainen van men- en tuigpaarden. Een kleine drie uur lang kregen de enkele honderden bezoekers in manege Achter ’n Bos een vaak verrassend inkijkje in de keuken van de wedstrijdtoppers.
door Willem Pfeiffer
Ze toonden diverse trainingsvormen in blokken van ongeveer een kwartier, zoals longeren, het rijden onder het zadel met thuisruiter Michiel Bakker en het stappen en draven voor de koets. Dat gebeurde op een ontspannen manier, waarbij de drie hoofdrolspelers elkaar niet zelden op humorvolle wijze uitdaagden en aanvulden.
Tijdens de avond, met geïnteresseerde toeschouwers als Mark Weusthof, Jan Greve, Mieke van Tergouw en Marijke Hammink, werd vooral duidelijk dat de basis voor goede wedstrijdprestaties thuis tijdens de trainingen gelegd moet worden. En dan maakt het geen verschil of je zoals gastheer Herman ter Harmsel wedstrijdmenner bent of zoals Lambertus Huckriede specialist in het besturen van een tuigpaard. Het aardige is dat ze er allebei een eigen filosofie op na houden en dat die weer verschilt van de uitgangspunten van de gelouterde Tjeerd Velstra.
“Dat alleen al maakt de avond geslaagd”, vond Ter Harmsel na afloop. “Het mooie is dat iedereen het op zijn manier doet en daar succes mee heeft. Het is ook maar wat je zien wilt. En achter elk paard dat je traint zit een ander verhaal.”
Dat vond ook Velstra. “ Het was heel interessant. Je zag uiteenlopende manieren van trainen en diverse typen paarden en de verschillen hoe rijders ermee omgaan. Perfect, daar steek je altijd wat van op. Ze zijn hier in de regio goed bezig.”
Lambertus Huckriede is een man die wel van uitgesproken meningen houdt. “Een tuigpaard moet zich op een concours mooier maken. Maar daar doe je maar één keer in de week of om de veertien dagen aan mee. Je moet zorgen dat je het thuis voor elkaar hebt, zodat je bij wedstrijden niet voor verrassingen komt te staan. Het is heel belangrijk hoe je begint met zo’n paard, opleiden is van kapitaal belang. Je moet elke dag hetzelfde doen, eindeloos herhalen, anders weet een paard niet wat hij moet doen. Door herhaling krijgt hij steeds meer vertrouwen en wordt hij zekerder in zijn pas. Als je het goed voor elkaar hebt, kun je ook in de mensport met een vierrings bitje een goede dressuurproef rijden.”
Nog een stokpaardje van Huckriede: “Ik houd van paarden met korte pijpen. Hebben ze lange pijpen, dan blijven ze hoog in de kont en dat wil ik niet.”
Tjeerd Velstra valt hem bij. “Hoe korter de pijp, hoe meer techniek hij heeft. Maar je moet ook geen Miss Universe willen. Temperament is veel belangrijker.”
Veel aandacht was er in Rijssen voor het trainen van paarden met schoenen. Huckriede zweert bij het nut ervan. “Zonder schoen geen kampioen”, stelde hij zelfs met nadruk. “ Met schoenen krijg je balans en heel veel discipline zonder dat je er veel moeite voor hoeft te doen.”
Herman ter Harmsel nuanceert: “Je kunt er inderdaad erg veel mee corrigeren. Vroeger werd het vooral bij tuigpaarden gedaan, maar je ziet het ook in de mensport steeds meer. Je moet het echter wel kunnen, anders moet je het niet doen.”
Niet elke wedstrijdmenner zal de aanpak omarmen. Al is het bijvoorbeeld maar omdat de publieke opinie er wat van zou kunnen vinden. Tjeerd Velstra kan daar weinig mee. “Het is gewoon gymnastiseren. Ik heet geen Marianne Thieme. Er zijn ook mensen die vinden dat een paard in de wei hoort te lopen en dat je er niet op moet gaan zitten. Met het trainen met schoenen is helemaal niets mis. Het is alleen maar goed voor een paard en de sport. Misschien moeten we het in de dressuur voor vierspannen maar eens opnemen.”
Foto: Lambertus Huckriede demonstreert het trainen met schoenen.
BEKIJK HIER HET VIDEOVERSLAG VAN HOEFNET
BEKIJK HIER DEEL 2 VIDEOVERSLAG HOEFNET
© Hippisch Twente