Al zijn hele leven is de Reutummerweg in Tubbergen het domein van Bernard Schröder (83). Hij is er geboren en getogen. Maar het melkvee en de varkens van vroeger hebben plaats gemaakt voor paarden. Zijn zoons Ben, Wim en Gerco Schröder runnen er een wereldwijd bekende spring- en handelsstal, die nog onlangs een prachtige nieuwbouw onderging. Het verhaal van Bernhard Schröder en de BWG Stables in een notendop: van koeienstal naar hippisch topcomplex.
“Toen de jongens groter werden, wilden ze van het boeren niets weten”, verklaart Bernard Schröder de omwenteling vanuit zijn agrarisch bedrijf. “Gerco heeft nog wel eens geholpen, maar de tweeling Ben en Wim niet. Tja, dan is het klaar. Vroeger deden we trouwens het werk ook al veel met paarden. Dat was altijd het mooist om te doen. Later kwam de trekker, die de rol van paarden overnam. Maar het laatste paard was nog maar veertien dagen verkocht of ik had al een fokmerrie aangeschaft. Fokken is gokken, maar een heel leuke hobby. En die veulentjes in de wei, dat is ook een mooi gezicht.”
Heel wat afgereisd
Ze zaten nog op school, toen ze al richting Hans Bijen en Mensman (Stal Maathuis, red.) gingen voor de paarden”, herinnert Schröder senior zich. “Daar waren ze ook op zaterdag. Toen ze gingen ponyrijden, gingen we de eerste jaren altijd mee naar de concoursen, we hebben er in die jaren heel wat afgereisd. Rijden konden ze alle drie goed, ze kunnen nog steeds allemaal mee komen.”
Maar ondertussen zijn de taken tussen de drie broers wel aardig afgebakend en heeft ieder zijn eigen werkterrein. Bernard: “Gerco is heel veel op concours. Ben ook wel, maar hij is wat meer de opleider en Wim meer de handelaar die kijkt of er goede paarden zijn te vinden. Die combinatie van drie broers die samen zo’n bedrijf runnen zie je niet zo vaak. Het gebeurt nog wel eens dat het niet blijkt te passen, maar oons jongs kunt niet buiten mekaar. Vooral Ben en Wim trekken nog erg veel naar elkaar toe. Wim was vroeger altijd een beetje bleu als klein jungske, die trok zich op aan Ben. Gerco heeft er wel voordeel van gehad dat die twee hem konden helpen. Hij had de minste pony, maar bereikte het meest. Dat zit wel in het rijden, dat heeft hij van nature het meest.”
Toch wilde de jongste van de drie broers aanvankelijk de tweeling niet achterna in de sport, weet Bernard Schröder. “Bij de pony’s wilde hij eerst niet eens rijden, hij is heel kalmpjes begonnen. Heel anders dan Ben en Wim, die hadden een speelpony die ik had meegebracht van de markt in Zuidlaren. Daar waren ze elke dag mee aan het trekken.”
Völ te druk met de peerde
Het leidde ertoe dat de tweeling het diploma als metselaar nooit in de praktijk heeft hoeven gebruiken. “Völ te druk met de peerde”, lacht Bernhard nu. Lachend: “Ze weten denk ik niet eens meer hoe ze een troffel moeten vasthouden. Maar ik ben er wel trots op dat ze hier altijd met elkaar hebben kunnen doorwerken en dat ze er allemaal in brood in kunnen verdienen.”
“Het is wel mooi geworden”, vat Bernard Schröder de jongste verbouwing in enkele woorden en op de hem nuchtere wijze samen. In de kantine is een foto van hem achter de door twee paarden voortgetrokken eg nog een stille getuige van de dagen van weleer. “Alles van vroeger is weg. Dat is van de ene kant wel jammer, maar de jongens moeten er mee verder. Ik laat ze mooi geworden. Ze komen overal, maar zien weinig van de wereld. Want als het concours klaar is, gaan ze weer naar huis. Nee, naar wedstrijden ga ik niet zoveel meer mee. In de buurt nog wel. Maar verder kijk ik meestal wel op de iPad, daar staat heel veel op.”
Komend weekend zijn zijn zoons in elk geval weer eens alle drie tegelijk thuis, als Jumping Schröder Tubbergen op het programma staat. In zijn eigen (spring)tuin.
Tekst en foto's © Willem Pfeiffer/HT