BATHMEN – Een kleiner verschil was niet denkbaar, maar één honderdste seconde was vrijdag wel de marge die bepaalde wie over 1,40 meter de Grote Prijs van Bathmen op zijn naam schreef en wie tevreden moest zijn met de tweede plek. Sjaak Sleiderink won met de elf jaar oude Ivan R (v. Apple Juice), op minimale afstand gevolgd door Sander Geerink met zijn een jaar jongere Donner IK (v. Deauville de la Vie).
"Nadat ik Sander als eerste in de barrage had zien rijden, dacht ik eigenlijk hij normaliter ook zou winnen”, erkende Sleiderink na afloop. “Ik moest proberen alles te geven om hem toch voor te blijven en dan zou ik wel zien wat het opleverde. Het was net genoeg…”
Echt een klik
Het leverde Sjaak Sleiderink de hoofdprijs van duizend euro op. “Bathmen is altijd een mooie wedstrijd”, aldus de winnaar. “En voor duizend euro wordt echt gestreden. Ik ben blij dat ik Ivan R weer kan rijden. Na mijn vertrek bij de BWG Stables heeft Lennard de Boer hem een tijdje onder het zadel gehad, maar sinds een maand of drie start ik hem weer. Ik heb echt een klik met hem en al een paar mooie dingen met hem gedaan. Hij doet altijd goed mee, heeft in de ring een prima instelling. Als het moet gebeuren, is hij er voor mij. Dit is gewoon een heel mooi begin van het nieuwe jaar.”
Sander Geerink raakte niet gefrustreerd door zijn zo nipte nederlaag. “De ene keer win je met zo’n verschil, een andere keer verlies je ermee. Ik gun iedereen alles, al win ik natuurlijk het liefst zelf. Maar het was een mooie wedstrijd en met Donner loopt het de laatste tijd gewoon lekker. Hij heeft een topinstelling en een super karakter, wil altijd meewerken. Tot een bepaalde hoogte -1,45 of 1,50 meter- is het een heel fijn paard.”
Achter het vrijwel gelijkwaardige duo reden vooral Twentse combinaties naar de volgende ereplaatsen in een wedstrijd, waarin er negen ook in de barrage foutloos bleven. Achter Dennis van den Brink met Frasier eindigden Conor Drain met Dialetto, Veronique Morsink met Faithfull en Dairmuid Howley op de plaatsen vier tot en met zes. Sander Geerink finishte met Easter ook nog als achtste, Emiel Richter met Disinaa als negende.