APELDOORN – Frank Hosmar maakt geen deel uit van het team dat Nederland gaat vertegenwoordigen op het onderdeel paradressuur tijdens de Paralympische Spelen in Parijs. Bondscoach Joyce van Rooijen-Heuitink wees de ruiter uit Haarle slechts aan als tweede reserve.
Het betekent een forse teleurstelling voor Hosmar, die de vorige drie keer met zijn nu negentienjarige donkerbruine ruin Alphaville NOP (v. Sandreo) een vaste waarde was voor Oranje bij de Paralympics. Op zijn pagina op Facebook maakt Frank Hosmar geen geheim van zijn forse deceptie.
Bij grof vuil gezet
“Tja en dan word je door de KNHS gebeld dat ze je niet nodig hebben in het team voor Parijs. Als een paar oude schoenen bij het grof vuil gezet, zo voelt het. Alle scores in Excel en voilà, daar rolt een team uit. Onze ervaring (Alf en ik), prestaties en fitheid tellen blijkbaar niet mee. Ik wens de ruiters die wel gaan heel veel succes!”
Bij de laatste observatiewedstrijd in Deurne moest Frank Hosmar het in Grade V doen met twee vierde plaatsen in de teamtest en een derde in de kür. Britney de Jong werd met Caramba NOP hoger gewaardeerd en eindigde twee keer als tweede en eenmaal als eerste. Ze is aangewezen als eerste reserve.
“Als ik echt ondermaats had gepresteerd, zou ik vrede mee hebben gehad, maar dat was niet het geval. In Deurne werd heel raar gejureerd”, verdedigt Frank Hosmar zich, op de foto rechts met mede-eigenaar Adelinde Cornelissen van Alphaville. “De eerste dag was het ineens heel warm en heb ik inderdaad met wat te weinig druk en expressie gereden. Ik bleef een beetje steken op 7tjes en 7,5jes. De volgende dag moest er gas bij. Dat heb ik gedaan. De hoofdjury zag dat wel, maar de andere twee gingen door op de manier van de twee juryleden op de eerste dag. De kür was wel weer gewoon heel goed.” In de teamtests kwam de Haarlernaar uit op 71,709 en 71,754 procent en de kür leverde een keurige 78,209 procent op.
Zeker een medaille
Frank Hosmar is ervan overtuigd dat hij in Parijs een goed figuur zou hebben geslagen. “Ik had het heel graag nog een keer willen doen bij de Spelen. En ik weet zeker dat ik ook daar weer een medaille had gehaald. We zijn al zo lang een goede combinatie en Alf is nog altijd topfit, nadat me drie jaar geleden nog te verstaan werd gegeven dat ik hem beter kon laten inslapen toen hij een tijdje slecht te pas was. Hij trekt er nog steeds als vanouds aan en is wonderbaarlijk genoeg nooit stijf.”
Zijn grootste teleurstelling komt voort uit het gevoel dat zijn waarde voor het team dit keer niet zwaar heeft gewogen. “Jarenlang ben ik kartrekker van het team geweest en vanaf 2009 ben ik bij kampioenschappen altijd met twee of meer medailles thuis gekomen. Ze konden me altijd als laatste starter inzetten omdat ik rustig bleef onder hoogspanning. Heel jammer dat het nu allemaal niet meetelt.”
In het besef dat een afscheid van zijn negentienjarige topper nadert, gaat Frank Hosmar op zoek naar een nieuw paard. “Mijn tweede van dit moment, Guetta, is in potentie nog beter dan Alf, maar blesseert zichzelf te vaak omdat hij nogal eens te wild is. Misschien dat ik Alf volgend jaar nog een keer kan starten bij het EK. En daarna gaan we ons best doen om er over vier jaar in Los Angeles wel weer bij te zijn.”
De vier teamleden
Bondscoach Joyce van Rooijen-Heuitink wees Demi Haerkens met EHL Daula NOP (Grade IV), Rixt van der Horst met Eisma’s Royal Fonq (III), Annemarieke Nobel met Doo Schufro (I) en Sanne Voets met Demantur RS2 NOP (IV) aan voor het team. Over haar keuze: "We hebben in Nederland topcombinaties in eigenlijk alle Grades. Ik wil de strijd om het teamgoud graag aan met de concurrentie en met dit team hebben we mijns inziens de meeste kans. Op de laatste observatiewedstrijd in Deurne zaten twee juryleden die straks ook in Parijs zitten en die waren zeer enthousiast over de Nederlandse ruiters en paarden. Ook onze reserves zijn ijzersterke combinaties, met de huidige selectie kunnen we wel twee teams maken met medaillekansen. Het was heel vervelend dat Daula van Demi Haerkens niet van start kon in Deurne, maar we wilden geen enkel risico nemen. De beste combinatie van de wereld wil je natuurlijk wel in je selectie hebben. Het is nu even relatieve rust voor ruiters en paarden en verder werken richting Parijs. Met een week of vier hebben we nog twee dagen trainingskamp en dan moeten we er klaar voor zijn.”
Een paradressuurteam mag uit vier combinaties bestaan, die alle ook individueel in hun eigen Grade van start gaan. In de teamwedstrijd rijden slechts drie combinaties per land. Welke drie ruiters het team gaan vormen beslist de bondscoach pas definitief in Parijs na de eerste individuele proef. In het team moet bovendien minimaal een combinatie uit Grade I, II of III zitten en een combinatie uit Grade IV of V.
De paradressuur in Parijs staat van 3 tot en met 7 september op het programma.
Loes Cevaal en Maud Haarhuis
Bij de laatste observatie in Deurne reed Loes Cevaal in Grade II met haar negentienjarige zwarte ruin Happy Hero II (v. Hohenstein) drie keer naar de tweede plaats met scores van achtereenvolgens 71,839 in teamtest A, 73,389 in teamtest B en 75,899 in de kür. Maud Haarhuis kwam in Grade III met de een jaar jongere bruine ruin Baron (v. Painted Black) haar tot respectievelijk 71,611 (A), 71,778 (B) en 70,767 procent). Lotte Krijnsen, die zoals bekenmd haar topper Rosenstolz terugtrok uit de wedstrijdsport, kwam aan de start met haar nieuwe troefachtjarige zwartbruine merrie Lianne (v. For Gribaldi) en sloot de teamtests beide keren als veertiende af (61,556 en 64,278 procent). Ze plaatste zich niet voor de kür.
Onderste foto van Loes Cevaal met Happy Hero © Ashley Claus.