Twee dagen nadat de Schröder Masterclass is afgesloten, moet het plein voor de Sint-Pancratiusbasiliek er weer uitzien alsof er niet pas een meerdaags evenement heeft plaatsgevonden. Een belangrijke taak daarbij is weggelegd voor een groepje carnavalisten van CV Mander.
Samen met Jan Kooij, Siem en Teun Oude Luttikhuis en Giel Visscher vormt Patrick Oude Luttikhuis een vast vijftal, dat met steun van enkele wisselende clubgenoten de onder de tien centimeter dikke zandvloer gelegde matten verwijdert en schoonmaakt. Die zijn er neergelegd om te voorkomen dat de paarden wegglijden.
Hij legt uit: “Drie jaar geleden benaderde Jort de Wit van de organisatie, die ook betrokken is bij CV Mander, ons of we wilden helpen met de kaartverkoop en de afbouw van de Masterclass. Dat doen we met een koppeltje vrijwilligers. De vergoeding die er tegenover staat gaat naar onze vereniging. Want het maken van een wagen voor carnaval is best kostbaar.”
Diverse groepjes
De CV Mander telt zo’n 170 leden, die zijn verdeeld over diverse groepjes. Zo zijn er commissies voor kleding, de bouw van de wagen, de technische voorzieningen en het maken van de poppen. Nadat de honderd kubieke meters zand op de circa 1000 vierkante meter tellende piste zijn verwijderd, moeten de rubberen matten worden gereinigd. Patrick Oude Luttikhuis: “Het zand is een speciaal soort met katoenvezels erin en wordt geleverd door het loon- en verzetbedrijf Nijmeijer-Kuipers uit Nutter. Dat regelt het transport van het zand, dat weer moet worden opgeslagen. Daarna is het onze beurt.”
Hij vervolgt: “Het plein moet op donderdag weer schoon en begaanbaar zijn en daar zijn we op woensdag best druk mee. We beginnen om acht uur ’s morgens en hopen dan tegen vijf uur ’s middags klaar te zijn. Hoe meer mensen van onze club van 170 leden meehelpen, hoe sneller het gaat. Maar het is wel in de bouwvak, dus ze moeten het wel kunnen wachten. Eigenlijk is het werk dat niemand wil doen. Je hebt er wel deurpakkers voor nodig. Samen zorgen we met elkaar dat de wagen op straat komt. Dan de koppen ervoor, de schouders eronder en doar geet ‘t hen.”