ROTTERDAM - Rob Ehrens heeft als bondscoach momenteel wat te kiezen. Het aantal kandidaten voor een plaatsje in de nationale equipe voor de Olympische Spelen is aanzienlijk groter dan die in het verleden vaak was. “Dat maakt het moeilijker voor mij”, lacht Ehrens die na de eclatante triomf van Oranje in Rotterdam met een luxe probleem wordt opgezadeld.
De foutloze ritten van Harrie Smolders, Jur Vrieling, Willem Greve en Maikel van der Vleuten bevestigde vrijdag de kracht van Oranje. De goede prestaties van Jeroen Dubbeldam met SFN Zenith NOP en Glock’s London NOP op het terrein van miljardair Gaston Glock in Oostenrijk op 19 juni hebben zijn keuze van het ruiterteam voor de Olympische Spelen in Rio de Janeiro er echter niet gemakkelijker op gemaakt. Maar hij is er wel blij mee.
“Dat London daar lekker liep en goed sprong is erg fijn. Het was voor die combinatie, nadat deze lang uit de running was geweest, de laatste kans om aan de toelatingseis voor Rio te voldoen. En gelukkig deed Zenith het met Jeroen ook weer prima. In principe duurt het daardoor wel wat langer voor ik kan zeggen wie er naar Rio gaan. Dat zou ik het liefst zo snel mogelijk bekend maken, maar ik moet nu even wachten hoe de vorm van een aantal paarden zich de komende weken ontwikkelt.”
Falsterbo en Aken
Rob Ehrens heeft met zijn ruiters na het succes in Rotterdam nog twee landenwedstrijden voor de boeg, waarop hij zijn selectie kan baseren. Dat zijn de concoursen in Falsterbo en Aken. Omdat Jeroen Dubbeldam en Gerco Schröder niet in de equipe voor Rotterdam waren opgenomen, wil Ehrens ze in Zweden vormbehoud laten tonen. In Aken kan hij dan de laatste afweging maken welke ruiters hij meeneemt naar Brazilië.
Rob Ehrens: “De Olympische Spelen zijn het aller moeilijkste toernooi dat er is. Daar moet je naar toe met mensen die heel goed zijn, die geweldige paarden hebben en die alle ingrediënten in zich hebben om daar optimaal te presteren. Ze moeten in vorm zijn, fit genoeg om competitief te kunnen meestrijden en onder welke omstandigheden dan ook hun ding blijven doen.”
Wikken en wegen
Het is uiteindelijk aan de bondscoach om te wikken en te wegen en vervolgens te beschikken. Het is Rob Ehrens wel toevertrouwd. De man die al twaalf jaar aan het roer staat van de nationale springequipe en de status van kampioenenmaker allang heeft verdiend, ziet niet op tegen die klus. Hij is het gewend om knopen door te hakken, het is een vast en cruciaal onderdeel van zijn functie.
“Het hoort erbij dat je ruiters blij maakt en anderen teleurgesteld zijn. Maar als puntje bij paaltje komt, weet iedereen echt ook van zichzelf wel wat zijn tekortkomingen zijn en wat zijn positieve punten.”