DE STEEG – De snelle opmars richting top brengt Linda Verwaal en de achtjarige zwarte hengst Boeve’s K3 Noir (v. K2 x Schwalbenhengst) zaterdag op een niet eerder betreden podium. De combinatie staat als een van de 32 deelnemers aan de start van het nationaal kampioenschap dressuur in de klasse ZZ Zwaar. Een ontwikkeling waarmee de amazone uit Enter tot voor kort geen rekening had gehouden. “Het is al een hele triomf dat ik er bij mag zijn. Nu ga ik ervoor een heel fijne proef te rijden en me hopelijk in de top tien te plaatsen.”
Die klassering behoort zeker niet tot de onmogelijkheden omdat Verwaal en K3 Noir bij de selectiewedstrijden een gedeelde achtste plaats veroverden van de tachtig deelnemers. “En daar was ik heel blij mee, want we liepen nog maar net ZZ-zwaar. Hij pakte het elke keer super op. We gaan er ook nu voor om de beste tien te komen. Voor de zekerheid heb ik vorige week samen met Anne Borgman maar vast een kür klaargemaakt, al zal het erg moeilijk worden bij de beste acht te komen. Nee, met K3 zelf heb ik die nog niet gereden. Ik wilde de voorbereiding op De Steeg niet in de war brengen. De eerste proef zaterdag moet goed zijn en als die lukt mag ik dan zondag weer. Ik ben zelf nogal een kürmens. Als ik zover kom, rijd ik wel door.”
Linda Verwaal is zeer te spreken over de vorderingen van Boeve’s K3 Noir. “Ik kreeg ‘m als vijfjarige en hij doet het geweldig. Hij is een pittige man, echt een heerschap en wil alles voor je doen. Hij weet goed dat hij een hengst is, af en toe moet ik hem wel met de kop bij de les houden. Dat is ook het enige dat me in De Steeg kan tegenwerken, dat ie iets te veel hengst wordt. Want de proeven kan hij foutloos uitvoeren. Tijdens de Almelose Ruiterdagen gaan we daarom ook al Prix St. Georges rijden. Dat is niet zo’n groot verschil met ZZ Zwaar. Ik zie het wel zitten de overstap te maken. K3 is door de Z1 heen geracet en na vier keer Z2 gingen we al naar het ZZ Licht. En weer een seizoen later rijden we nu ZZ Zwaar. Het gaat als een razende. Hij kan het aan, anders zouden we dit ook niet doen.”
De eerste opdracht is zich zaterdag kwalificeren bij de laatste zestien. “Dan gaan we door en wordt het zondag heel hard werken. Want iedereen die een naam heeft, doet mee. Het zou leuk zijn als we er maandag nog bij zouden zijn. Maar eerst moeten we de dag van zaterdag doorkomen. Dan rijden we al om kwart over acht. Ik ga op tijd naar bed, want het vlechten moet in de nacht gebeuren. Maar dat heb ik er graag voor over, ik heb er heel veel zin in.”