LATTROP - Pieter-Jan Berkers uit Lattrop beleefde afgelopen weekeinde in Jakarta een gouden primeur als bondscoach van de Indonesische ruiterploeg. Tijdens de SEA Games, de kampioenschappen van Zuidoost-Azië, won de equipe van Indonesië voor het eerst in de historie een landenwedstrijd. Bovendien betekende het brons voor Ardi Hapsoro Hamidjojo de eerste officiële individuele medaille ooit bij een internationaal kampioenschap. Berkers kan dus voorlopig niet stuk in Indonesië.
door Willem Pfeiffer
Het paard Zandor van Hamidjojo is een volle broer van Nirvana van Annet Willems. Tot het team behoort ook Hamidjojo’s zus Putri, sinds oktober van dit jaar werkzaam op Stal ’t Hofstee in Lattrop. Dat is ook alweer vier jaar de uitvalsbasis van Berkers, getrouwd met Ilse Schröder, vader van zoontjes Jesse (4) en Thijn (komende zondag 2) en zwager van Mareille van Geel-Schröder. De uit Drunen afkomstige Brabander van origine heeft het team van Indonesië alweer voor het derde jaar onder zijn hoede. Hij was er eerder al actief in het seizoen 2006-2007. De contacten ontstonden destijds doordat Pieter-Jan Berkers werkzaam was voor Stal de Wiemselbach van oud-bondscoach Hans Horn. “Eric Naberink had er eind jaren negentig al drie jaar gezeten. Daarna is de klad erin gekomen toen ze daar met een enorme geldcrisis te maken kregen. In 2006 kochten ze weer paarden van Hans en toen is het aan het rollen gekomen. Hans vroeg me of ik die mensen daar niet wat wilde helpen. Ik ben er dat jaar een keer of drie geweest. Toen de SEA Games in beeld kwamen, vroegen ze me of ik geen contract wilde tekenen bij het ministerie.”
Met een onderbreking van enkele maanden als gevolg van de beenbreuk die hij vorig jaar opliep, toog Berkers elke drie weken een week lang richting Indonesië om zijn leergierige pupillen van advies te dienen. “Het wordt er steeds professioneler”, aldus de Lattropper. “Ze willen toch proberen het niveau omhoog te krijgen. Ook voor de handel is het interessant. We hebben een koppeltje van zestien beesten verkocht, van twee tot zeven, acht jaar. Ze doen het goed, dat zien ze daar ook. In Azië is het trouwens wel lastig met de handel, je moet ze heel goed kennen. Daarom laat ik alles lopen via Rafiq Radinal. Hij is secretaris-generaal van de Indonesische federatie, chef d’equipe en eigenaar van de Arthayasa Stables waar de Games gehouden werden. Hij heeft een grote stal waar zestig of zeventig paarden staan, bijna allemaal uit Duitsland enNederland. Mogelijk geschikte paarden probeer ik hier uit en als ze bevallen, gaan ze daar naar toe.”
Het niveau waarop de Indonesiërs acteren, ligt volgens Berkers nog “op het peil van bijvoorbeeld de Grote Prijs van Wierden, maar dan een gat lager. We zijn begonnen met maandelijkse kwalificatiewedstrijden over hindernissen van iets meer dan een meter. Bij de SEA Games ging de landenwedstrijd over 1,30 meter en de individuele wedstrijd over 1,35 en 1,40 meter. Het is technisch wel moeilijker dan hier de klasse ZZ.”
Toch staat de hippische sport in Indonesië nog maar aan het begin van z’n ontwikkeling. “Het is een warm land en mensen kenden er geen systeem van rijden en niet de discipline om door te zetten. Van dierenarts tot hoefsmid, alles en iedereen moest geïmporteerd worden. Als een paard koliek heeft, duurt het vier uur voor er een arts komt. Met concoursen heb je hetzelfde probleem. Het verkeer is er zo intensief dat je over een afstand van Lattrop naar Oldenzaal drie uur doet.”
Maar leergierig zijn ze wel, zijn pupillen. “Dat is wel mooi aan ons team. In andere landen zit heel veel geld. Bij de Filippijnen hebben ze al Olympische Spelen gereden en zo, wij moeten het hebben van lokale jongens en meisjes die een beetje gesponsord worden. Maar zij hebben er veel voor over. Toen we wonnen, lagen ouders op hun knieën voor me om me te bedanken dat hun zoon goud had gehaald voor zijn land.”
Pieter-Jan Berkers ervoer in het moslimland na de historische zege een enorme ontlading. “We hebben veel handen geschud van ministers en hoge generaals. Maar het is ook weer niet zo dat er dan een hele feestavond achteraan komt. Iedereen was heel erg blij, maar om zeven uur ging de bus naar het hotel en daar zag je ’s avonds niemand van de jongens in de bar. De vreugde was veel meer ingetogen dan we hier gewend zijn. Ze zijn wel enorm trots, hebben erg sterk het gevoel dat ze het voor hun land hebben gedaan.”
De volgende stap voor hippisch Indonesië is om samen met de andere landen in Zuidoost-Azië weer een serie Wereldbekerwedstrijden te realiseren. De Asian Games, voor heel Azië, zijn nog geen haalbare kaart. Dan moet je echt op het niveau van 1,50 en 1,60 meter zitten en wij kunnen met onze budgetten nog niet op tegen landen als Saoedi-Arabië. Wat we nu bereikt hebben, is in principe al heel goed. De mensen zijn heel gemotiveerd. Het is te hopen dat eigenaren nu meer paarden van niveau gaan kopen. We hebben er nu twaalf die 1,40 meter kunnen lopen, daar moeten we er nog een stuk of tien van zien bij te krijgen.”
Aan de landenwedstrijd springen in Jakarta, waar de ook in Geesteren bekende Olaf Pedersen verantwoordelijk was voor de parcoursen, namen vier landen deel. De eindstand: 1. Indonesië 13 strafpunten, 2. Filippijnen 17; 3. Maleisië 30, 4. Thailand 32.
Op de foto is Pieter-Jan Berkers (midden) in gesprek met eventingcoach Joss Gray (links) en Ardi Hapsoro Hamidjojo.