BOEKELO - Andrew Heffernan(foto) reed zaterdag met Millthyme Corolla een voortreffelijk cross en is in de tussenstand van Military Boekelo-Enschede op de tiende positie de beste Nederlander met 49,80 punt. Elaine Pen heeft in de strijd om het nationaal kampioenschap als 21ste echter maar een kleine achterstand (51,60). Met Vira hoefde ze slechts vijf strafpunten bij te schrijven vanwege het overschrijden van de tijd (tien minuten en dertig seconden). Ook Raf Kooremans (27ste) is met Cavalor Chase the Moon nog allerminst kansloos voor de titel (53,80).
In het landenklassement staat Oranje keurig vierde met 156,60 punt, achter de leidende Duitsers (137,00), Nieuw-Zeeland (146,60) en Frankrijk (149,00).
Heffernan, die voor Oranje rijdt omdat zijn moeder Nederlandse is, keek met voldoening terug op zijn optreden in de crosscountry. Hij hoefde slechts twee strafpunten bij te schrijven voor het licht overschrijden van de ideale tijd. En dat was knap, omdat hij als 104de achterin het veld startte en de bodem al het nodige te verwerken had gekregen. "Misschien was ik wel binnen de tijd gebleven als ik eerder had mogen starten. Maar daar hoor je mij niet over klagen. Millthyme was nu misschien wel wat leeg aan het einde van de cross, maar dat is nu eenmaal onderdeel van deze sport. En je hebt ook geen keus als je door loting deze startpositie toebedeeld hebt gekregen."
Heffernan is een van de drie eigenaren van Millthyme Corolla, die vrijwel zeker nog vier jaar bij hem onder het zadel blijft. "Zelf wil ik 'm niet verkopen en die andere twee gelukkig ook niet", aldus de Engelse Nederlander, die Oranje mede hoop geeft op een nette klassering in Rio de Janeiro bij de volgende Olympische Spelen."
Elaine Pen (rechts op de foto) maakte haar debuut in Boekelo met met een keurige prestatie op Vira. De vijf strafpunten voor tijdsoverschrijding nam ze graag voor lief. "Zeker als je bedenkt dat ik ook nog eens de pech had in shitweer te moeten rijden. Maar daar kun je nu eenmaal niets aan doen. Het was okay."
Dat vond ook Martin Lips, die misschien wel voor het eerst sinds zijn aantreden als bondscoach in 2005 reden had voor een brede lach. "Ik heb hier vaak gezeten dat de beste Nederlander ergens tussen de veertigste en vijftigste plek stond. Daar werd je niet echt vrolijk van. Dat was er zelfs de reden van dat we enkele jaren het NK in Breda hebben gehouden. Dat lag niet aan het niveau van Boekelo, maar aan de kwaliteit van de ruiters in ons land. Nu kunnen we ons weer met goed fatsoen laten zien. Dit is een bevestiging van het programma dat we een jaar of vier geleden met de KNHS hebben ingezet door dressuurlessen te volgen bij Anky van Grunsven en voor de cross gasttrainers in te huren. We hebben niet alleen voor het eerst sinds lange tijd weer een team naar de Olympische Spelen kunnen sturen, maar doen ook weer met ploegen mee aan internationale kampioenschappen bij de pony's, junioren en young riders. We worden op alle fronten sterker. Het mooie is ook dat we met onder anderen Elaine en mijn zoon Tim nog een jonge ploeg hebben. We gaan de goede kant op."