BOEKELO - De dag na de crosscountry van 2018 klonk voor Adrian Ditcham het startsein in zijn rol als nieuwe crossdesigner van Military Boekelo-Enschede. “Toen al ben ik in gedachten begonnen en heb ik mijn eerste ideeën op papier gezet.”
De 48-jarige opvolger van Sue Benson, die negentien jaar lang verantwoordelijk was voor de ontwerpen van de hindernissen in de crosscountry, heeft het duidelijk naar zijn zin in Boekelo. “Twee jaar geleden was ik hier voor het eerst, samen met enkele bevriende parcoursontwerpers. “En eerlijk gezegd vond ik het meteen al een heel sfeervol evenement. Het is hier totaal verschillend van bij ons thuis in Engeland. Echt charmant. Het voelt een beetje als een renbaan langs tribunes, alles ligt heel compact bij elkaar. Als je hier eenmaal bent, merk je hoe intens alles is. Boekelo is altijd een evenement met atmosfeer. Deelnemers en paarden krijgen hier het gevoel van een kampioenschap in een setting die je niet als een kampioenschap ervaart. Ik voel me oprecht vereerd dat ik ben gevraagd hier aan de slag te gaan. Ik voel me hier erg welkom en thuis. Het is als een familie, heel fijn."
Hij staat in de aanloop naar de Olympische Spelen van volgend jaar niet voor de meest gemakkelijke taak. Niet alleen omdat hij Sue Benson opvolgt, die bijna twee decennia de prima reputatie van ‘Boekelo’ op de internationale kalender hielp uitdragen door het samenstellen van faire, maar selectieve parcoursen. Ook omdat er dit jaar een grote verscheidenheid aan belangen meespeelt.
Bonte mengeling
Ditcham: “Voor de een is het een wedstrijd om een jong paard te testen voor volgend jaar. Voor een ander, zoals de Nederlanders, is het een beslissende kwalificatie voor Tokyo. En weer anderen willen na een om welke reden dan ook teleurstellend verlopen seizoen in elk geval met een positief gevoel het jaar afsluiten. Het is een bonte mengeling van jonge en ervaren combinaties, met voor sommigen belangrijke doelen zoals de finale van de Nations Cup of het veroveren van het Nederlands kampioenschap.”
De Brit heeft er de indeling van de terreinrit op afgestemd. “Je houdt rekening met de verschillende belangen. Vanaf het begin mogen ze even wennen aan de omstandigheden, vanaf hindernis 7 vragen we fysiek meer van ze. Ze krijgen onderweg te maken met lawaai, muziek en bars, dat kan allemaal invloed hebben op hun prestatie. Aan het eind hebben we een paar behoorlijk voorwaartse hindernissen, vanaf de 24ste kunnen ze de stal ruiken.” Zelf heeft hij een goed gevoel bij de obstakels 9, 15 en 16. “Bij de eerste gaan we terug naar de traditie, bij 15 en 16 moeten ze vanuit een hoek springen.”
Van één watercombinatie er twee gemaakt
In zijn debuutjaar in Boekelo heeft hij nog minder aan het parcours veranderd dan hij had gewild. “Laat ik vooropstellen dat Sue geweldige dingen heeft gedaan. Maar nu is het aan mij mijn stempel op de cross te drukken. Ik had graag dit jaar weer een tweede watercombinatie in het parcours opgenomen. Daarvoor was het te kort dag. Daarom heb ik nu van de bestaande (hindernis 19) er twee in één gemaakt. Deelnemers moeten nu twee keer het water in, met daartussen een eiland. Daar komen ze na een minuut of zeven als ze dus al richting de finish gaan. Ze kunnen er kiezen uit verschillende routes en moeten dus goed nadenken welke daarvan hen het best past. Ik geef ze alternatieven, maar die kosten uiteraard tijd. Met de kortste afstand bereik je het maximale resultaat.”
De vraag is wanneer de in het tussen Londen en Portsmouth gelegen Petersfield aan de crosscountry een goed gevoel zal overhouden. “Als alles veilig is verlopen en we een mooie competitie hebben gehad. Weet je, je zet iets neer voor anderen en die moeten het uitvoeren. En er kan altijd iets gebeuren dat je niet verwacht.” Ook parcoursbouwers ontkomen daardoor nooit aan spanning op de zaterdag. “Je zou geen goede designer zijn als je dat niet zou hebben. Maar het liefst heb je natuurlijk dat ook jonge paarden veel leren en toch met een grote smile op hun gezicht thuis komen. De eerste zeven of acht combinaties bekijk ik in de controlbox. Op televisie krijg je er toch wat minder gevoel bij. Ik kijk dan hoe de paarden afzetten en landen en of het goed gaat. Is dat zo, dan ga ik de cross in om bij een aantal hindernissen te zien hoe het loopt.”
Sue Benson als klankbord
Adrian Ditcham weet zich daarbij niet alleen gesteund door landgenoot Gary Podmore (onderste foto), al vele jaren in de praktijk de bouwer van de hindernissen. Ook voorgangster Sue Benson, die hij overigens ook assisteerde tijdens de Olympische Spenen in Londen van 2012, is in de buurt. “Sue is net zo vaak welkom als ze wil. Ze bood aan te komen en dat vind ik plezierig. Het is altijd goed te kunnen klankborden. Ze heeft in de voorbereidingsfase een aantal dagen meegelopen. We hebben bijvoorbeeld alleen al anderhalf uur gespendeerd aan het water. Zitten praten over wat ik wilde en hoe zij erover dacht. Je bent in dit vak echt eenzaam als dingen niet zo goed gaan. Van de andere kant is het een pracht beroep als het allemaal op rolletjes loopt.”
Zaterdag rond 16.30 uur is duidelijk welk gevoel bij Andrew Ditcham overheerst. Maar hoe zijn gemoed ook is, hij weet nu al wat zijn twee kinderen als hij thuis komt hem in elk geval zullen vragen: 'Heb je stroopwafels meegenomen?'