GEESTEREN – Na vier dagen hippische topsport en breedtesport op twee wedstrijdpistes maakt directeur Rob Maathuis de sportieve balans op van de jubileumeditie van het vijftigjarige CSI Twente. De afsluitende zondag op het traditierijke Erve Maathuis in Geesteren verliep zoals een organisator vooraf alleen maar kan dromen.
Met als prachtige apotheose de strijd om de Grote Prijs van Twente in een uitverkochte arena, waarin de Nederlandse amazone Marriët Smit-Hoekstra zich tussen de absolute wereldtoppers Steve Guerdat (Zwitserland) en Denis Lynch (Ierland) als tweede mocht laten huldigen.
Faciliteiten op topniveau
Regerend Europees kampioen Guerdat won vrijdag ook al een van de kwalificaties voor de hoofdrubriek en zijn voorbeeld werd een dag later gevolgd door de Ier Darragh Kenny, ook al een vertegenwoordiger uit de mondiaal hoogste regionen. “Het was geweldige sport en dat de drie belangrijkste rubrieken werden gewonnen door de hoogst genoteerde ruiters op de wereldranglijst toont aan dat kwaliteit boven kwam drijven. Het was mooi om ook van de wereldtoppers te horen dat ze vonden dat de faciliteiten hier van topniveau zijn en de graspiste van unieke kwaliteit. We zijn blij dat we hebben kunnen laten zien waartoe we hier in Geesteren in staat zijn.”
Rob Maathuis (hiernaast) is echter realist genoeg om vast te stellen dat een succes van een concours niet op afroep kan worden besteld. Zeker in de paardensport tellen resultaten van gisteren niet voor de toekomst. “Het is niet arrogant om te zeggen dat we hier een van de drie mooiste concoursterreinen van Nederland hebben. En we zijn een van de weinige concoursen in ons land die het niveau van vijf sterren reeds meerdere malen heeft aangetikt.”
Pittige opgave
Hij vervolgt: “Eigenlijk is het best bijzonder dat de paardensport zijn basis heeft in landelijke omgevingen en dat de evenementen zich tegenwoordig vooral afspelen in grote steden. Dat komt vooral doordat grote bedrijven en merken zich het liefst daar concentreren. Geesteren is maar een kleine kern gelegen in een typische plattelandsgemeente. We staan hierdoor voor de pittige opgave voldoende tegenwicht te bieden, zodat de overheid en bedrijven uit binnen- en buitenland gaan overwegen ook meer aan concoursen zoals de onze te gaan denken.”
Dat zou volgens Rob Maathuis niet alleen goed zijn voor onder meer het CSI Twente, maar ook voor de ontwikkeling van ruitertalent en het versterken van de werkgelegenheid voor jonge ruiters.“Dat is enorm belangrijk voor de continuïteit van de paardensport in de regio. De economische impact van de springsport in het algemeen en CSI Twente in het bijzonder zijn niet te onderschatten factoren. We hebben in onze regio zo’n 600 paard gerelateerde bedrijven, die vrijwel allemaal gefixeerd zijn op deze tak van de paardensport. Op en rond het CSI is ook de afgelopen dagen weer volop handel gedreven.”
Prima aandeel regioruiters
En tot slot: “We willen graag aan de weg timmeren, maar kunnen het niet alleen. Als we alleen al kijken naar de Grote Prijs, dan hadden we daarin acht ruiters die uit de buurt komen. Dat is een prima aantal in zo’n deelnemersveld. Het was erg mooie sport en op de tribune heerste een goede vibe. Dat we in Twente nog steeds veel potentie hebben staat buiten kijf. Ik ben ervan overtuigd dat we met een goede samenwerking tussen verschillende partijen onze concurrentiepositie voor de toekomst kunnen veilig stellen en waar mogelijk zelfs uitbouwen.”
