DEURNE - Vier Twente menners zijn zaterdag en zondag op het hippisch centrum van Deurne in de race om de nationale mentitels voor twee- en vierspannen. Een van hen is regerend kampioen. Tweespanrijder Raymond Letteboer uit Oud-Ootmarsum (foto) mag proberen zijn titel van vorig jaar te prolongeren. De concurrentie komt van onder anderen streekgenoot Tom Engbers, die dit jaar uitstekend presteerde. Bij de vierspannen zijn als altijd Mark Weusthof en Herman ter Harmsel kanshebber op eremetaal. De vier zijn zonder uitzondering optimistisch over hun kansen in Deurne.
Raymond Letteboer verdedigt in Deurne zijn titel. “Natuurlijk zou het mooi zijn als ik het kampioenschap weer naar Oud-Ootmarsum zou kunnen halen. Daar doe ik in elk geval mijn best voor. Ik heb de paarden goed aan het lopen, dus heb ik er ook vertrouwen in. Dat het nu een tweedaagse is, vind ik wel een beetje jammer. Normaliter sluit je af met de vaardigheid en die legt dan toch een bepaalde druk op de rijders. In Deurne ligt een soort sintelbaan, daarop loopt het de ene keer goed en de andere keer kan het niks waard zijn. Maar daar doe je niets aan, de omstandigheden zijn voor iedereen hetzelfde. Het moet ook altijd een beetje lopen. Ik gun het ook een ander wel, ten slotte ben ik al twee keer kampioen geweest. Van de andere kant wil je het dan ook graag voor de derde keer worden. De titel moet in elk geval weer naar Twente, dat is het belangrijkste.”
De enige die daar behalve hij zelf voor kan zorgen is Tom Engbers, die er al een prima seizoen heeft opzitten. De Vassenaar: “Het is de laatste wedstrijd van het seizoen en natuurlijk doe ik mijn best dat af te sluiten als kampioen. Ik heb er wel vertrouwen in, want de paarden lopen goed. Je moet alleen altijd een beetje geluk hebben. Ik heb in elk geval dit seizoen bewezen met de Nederlandse top en zelfs met de besten van de wereld mee te kunnen. Maar in een wedstrijd moet het wel allemaal weer kloppen. Maar nogmaals, ik hoop op een mooie afsluiting.”
Vierspankoetsier Mark Weusthof verwacht een mooi kampioenschap. “Ik hoop niet dat het al na de dressuur beslist is en IJsbrand Chardon dan al een straatlengte voor staat. Als het na de dressuur een beetje dicht bij elkaar staat kan het een open wedstrijd worden. Omdat ik zelf dit jaar niet zo goed heb gereden, zal het lastig worden in de dressuur een hoge score te halen, maar ik hoop dat de punten meevallen. De marathon in Deurne is altijd zwaar en de vaardigheid is verraderlijk, omdat je op een zandbodem rijdt. We hebben ons goed voorbereid en gaan met dezelfde opstelling van start als in Breda. Dat betekent dat de twee paarden die ik van Jacob Jan Kramer heb overgenomen, weer mee gaan. Voor een nationaal kampioenschap mik ik altijd op een plaats bij de eerste drie, nu dus weer. Dat moet ook, want ik heb wat goed te maken. Word ik vijfde dan is dat normaal, als ik vierde word is het dat ook. Kom ik op het podium, dan heb ik het heel goed gedaan. Wordt het de zesde plaats of minder, dan is het onder de maat.”
Herman ter Harmsel gaat net als Weusthof voor een podiumplek. “En dat moet normaal gesproken ook kunnen. Als ik zie hoe ik de laatste tijd heb gereden, dan moet ik er bij kunnen zitten. Het zal elkaar, op IJsbrand na, niet veel ontlopen. Tegen Chardon zal ik wel kansloos zijn, maar bij de anderen is dat niet op voorhand zo. Ik heb mijn span goed aan het lopen en gelukkig zijn de paarden weer gezond. Vanaf vorige week donderdag heb ik de voorpaarden Moon en Zimon weer voor het span, nadat die vlak voor Breda een ongeluk hebben gehad. De een was kreupel, de ander behoorlijk beschadigd. Daardoor kon ik in Breda met goed fatsoen niet meedoen. Ik vind het wel jammer dat ik als eerste de dressuur in moet, dat is nooit fijn. Maar ik ga mijn huid zo duur mogelijk verkopen.”