HENGELO – In zijn woning in Hengelo is op Eerste Paasdag Albert Prins op 87-jarige leeftijd in zijn slaap overleden. Prins was sinds het begin van de jaren zeventig als hobbyfotograaf een vaste bezoeker van vrijwel alle hippische evenementen in de regio, waar hij zijn foto’s tegen een schappelijk prijsje aan ruiters ter beschikking stelde.
Albert Prins was mede door zijn forse gestalte een markante verschijning in de hippische wereld. Tientallen jaren lang reed hij naar de concoursen in de omgeving op zijn brommer, waarop hij de bagagedrager had voorzien van een passend houten kistje. Daarin vervoerde hij de door hem zelf afgedrukte foto’s op het formaat van 10 x 15 centimeter. Pas op hoge leeftijd werd de brommer vervangen door een auto.
Indrukwekkend archief
Het voormalige hoofd van de technische afdeling van de PTT in Hengelo bouwde in de loop der jaren een indrukwekkend archief op met vele duizenden foto’s. “Eerst in zwart-wit, later in kleur”, weet vriend Jan Lansink uit Lonneker, die nog wekelijks contact met Prins onderhield en zelf geregeld als fotograaf samen met hem in de wedstrijdring stond. “Langzaam heeft Albert ook afscheid genomen van het analoge en is hij overgestapt op digitale fotografie. De laatste jaren heeft hij zelfs nog een heleboel oude negatieven gescand.”
Koninklijke familie
Behalve in de springsport was de in 1930 in Musselkanaal geboren Albert Prins vooral geïnteresseerd in samengestelde wedstrijden en slipjachten. “Boekelo was voor hem helemaal het einde”, vertelt Lansink. Trots was Albert Prins op foto’s die hij mocht schieten van leden van het Koninklijk Huis. Zoals van toenmalige prins Willem-Alexander in zijn jonge jaren tijdens een samengestelde wedstrijd op landgoed De Tol in Enschede en van koningin Juliana en prins Bernhard bij het NK jachtspringen op de terreinen van Paleis Soestdijk, waar hij meermalen reportages mocht maken.
Het lichaam van Albert Prins wordt vrijdag bijgezet in een familiegraf in Leiden, waar onder anderen ook zijn eind jaren negentig overleden zoon en echtgenote hun laatste rustplaats kregen.
Foto’s © Jacob Melissen (boven) en © Jan Lansink